SORTEREN - verschillende maten kerstballen worden gesorteerd op grootte.SORTEREN - verschillende maten kerstballen worden gesorteerd op kleur.
DIK EN DUN - Verzamel veel kaarsen in verschillende maten (dik en dun) en leg ze in het midden van de kring. Beschrijf of laat het begrip dik beschrijven. Wie kan er een dikke kaars aanwijzen? Doe dit hetzelfde met het begrip dun. Verdeel de klas in groepjes en geef elk groepje een aantal kaarsen. Welk groepje kan de kaarsen van dik naar dun leggen?
LANG EN KORT - Verzamel veel kaarsen in verschillende maten (lang en kort) en leg ze in het midden van de kring. Beschrijf of laat het begrip lang beschrijven. Wie kan er een lange kaars aanwijzen? Doe dit hetzelfde met het begrip kort. Verdeel de klas in groepjes en geef elk groepje een aantal kaarsen. Welk groepje kan de kaarsen van lang naar kort leggen
VEEL EN WEINIG - Er zijn een heleboel schaapjes bij de kerststal. Maak groepjes. Welk groepje heeft veel schapen? Welk groepje weinig? Kunnen we de schapen zo verdelen, dat alle groepjes evenveel schapen hebben
ZWAAR EN LICHT - Aan de schoorsteen hangen kerst-sokken. Stop in elke kerst-sok een voorwerp. Welke sok is zwaar? Welke sok is licht? Twee sokken die bijna even zwaar zijn kunnen vergeleken worden op de weegschaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Een vraag, tip, opmerking of iets anders? Laat het me weten!