Het sneeuwt in de klas! Op de tafel in het midden van de kring liggen sneeuwballen. Aan welke kant liggen er veel/weinig. Waar liggen er meer/minder?
Doelen bij deze activiteit:
- De kinderen kunnen sneeuwballen in groepjes van 6 / 8 / 10 verdelen.
- De kinderen kunnen sneeuwballen delen in twee gelijke groepjes.
- De kinderen kunnen aangeven waar veel / weinig sneeuwballen liggen.
- De kinderen kunnen aangeven waar meer / minder sneeuwballen liggen.
- De kinderen kennen de begrippen veel / weinig en meer / minder.