Activiteiten met woordkaarten | Thema SINTERKLAAS


SORTEREN 

Laat de kinderen de woordkaarten sorteren. Vraag aan de kinderen waarom zij vinden dat deze kaarten bij elkaar horen, kunnen ze ook nog anders gesorteerd worden?


SORTEREN OP BEGINKLANK 

Sorteer de woordkaarten op dezelfde beginklank. Alle woordkaarten met de beginklank ‘s’ komen dus bij elkaar. Die met beginklank ‘k’ komen bij elkaar enz.


WELKE IS WEG? (kim-spel) 

Leg een paar woordkaarten neer op een rij en vraag de kinderen goed te kijken. Daarna doen ze hun ogen dicht, je pakt een kaart weg en de kinderen moeten zeggen welke kaart weg is.


STEMPELEN 

Gebruik de woordkaarten als stempelkaarten. De kinderen stempelen de woorden na.

Tip: kopieer de kaarten eerst voor de kinderen, zodat ze die bij hun woord kunnen plakken.


PLAATJE AAN WOORD KOPPELEN

Kopieer de woordkaarten (zodat je van elke woordkaart twee exemplaren hebt). Knip bij één van de exemplaren de tekst eraf. Leg nu de complete woordkaarten op tafel. De kinderen maken deze woordkaarten na door het plaatje en het juiste woord bij elkaar te zoeken.


BENOEMEN BEGINKLANK

Pak een woordkaart en laat de beginklank noemen.


WOORDKAART BIJ BEGINKLANK ZOEKEN

Noem een beginklank en laat een kind een woordkaart pakken met die beginklank.


SORTEREN OP LIDWOORD

Sorteer de woordkaarten op lidwoord.


VOORWERPEN BIJ DE PLAATJES ZOEKEN 

Zoek echte voorwerpen bij de plaatjes die je ziet.


RAADSELTJES 

Geef een beschrijving van het plaatje en laat raden om welk plaatje het gaat.


RIJMEN 

Laat een woordkaart zien, kunnen de kinderen er een rijmwoord op bedenken?

WHITEBOARD 

Gebruik de woordkaarten op het whiteboard! Klik hier